De naam van Jezus Christus is ons gegeven zoals dit staat geschreven in Johannes 16:23.
Als we handelingen 4:1-20 aandachtig lezen, kunnen we het volgende ontdekken:
- Het is duidelijk dat de schrift naar “één Naam” verwijst
- Het is duidelijk dat de schrift naar “Jezus Christus” verwijst
- In het schriftdeel Handelingen 4:10 staat dat de naam van Jezus Christus (ook) genezingskracht heeft
- In Handelingen 4:12 staat duidelijk dat de naam van Jezus Christus tot redding van mensen is gegeven
- Het staat duidelijk in Handelingen 4:11 dat de Steen, die naar Christus verwijst, die door de bouwlieden werd veracht, tot een hoofd des hoeks is geworden. Neem ook Matthéüs 7:24-27 om te zien wat er gebeurt als je de Rots niet als fundament / hoofd des hoeks gebruikt. Daarnaast zie je ook wat er gebeurt als een ongeschikt fundament, zoals zand, gebruikt; dit is een gelijkenis wat Jezus gebruikt om het gevolg van ongehoorzaamheid aan Zijn boodschap te illustreren. Is het, gezien dit onderwerp “in de naam van”, duidelijk wat Hij zei en wil dat wij doen? Zou jij jouw christen leven en wandel funderen op Matthéüs 28:19-20, zou je het funderen op Handelingen 2:37-38 of op beide? Is het mogelijk om één van de twee schriftdelen weg te laten? Blijf lezen en ontdek het.
- Als je aandachtig blijft lezen, Handelingen 4:6-7 en Handelingen 4:14-18 laten duidelijk zien wie het waren die de naam van Jezus Christus probeerden te verbergen hoewel de manifestatie van de kracht hiervan niet ontkend kon worden. Door te proberen om Jezus’ naam te verbergen, diende men het bestaan en de realiteit hiervan eerst te accepteren.
- Verder zien we duidelijk in de schriftdelen Johannes 17:6, Johannes 17:11-12 en Johannes 17:26 aan wie de naam “Jezus Christus” was gegeven, aan wie het was doorgegeven en wat de uiteindelijke ontvangers van deze naam hiermee hebben gedaan. Wees niet verward door Matthéüs 28:19-20 omdat de Apostel Petrus dit verklaart in Handelingen 2:37-38. Kijk ook even naar de overeenkomsten tussen Handelingen 2:38 en Handelingen 4:12; Matthéüs 28:19-20 is totaal niet in tegenstrijd met de schriftdelen uit Handelingen 2 & 4 tenzij je een schriftdeel kunt vinden die de (schijnbaar) andere namen kan verklaren, waarvan het lijkt als of Matthéüs 28:19 er op die wijze naar verwijst, op de wijze zoals Handelingen 2:38 en Handelingen 4:12 het verklaren.
- Gelooft u in de Helige Geest? Gelooft u dat de Heilige Geest ook aan de Apostel Petrus beloofd was in in Lucas 24:44-49 en in Johannes 20:20-22? Gelooft u ook dat de Apostel Petrus in de opperzaal vervuld was met de Heilige Geest, zoals Handelingen 2:1-5 dit verklaard? Zijn dit de woorden van de Apostel Petrus zelf die hij in Handelingen 2:39 gesproken had of gaf hij door wat hij ontvangen had?